Duplicité en néerlandais
Traduction: duplicité, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
dubbelhartigheid, dupliciteit, dubbelzinnigheid, onbetrouwbaarheid, duplicity
Autres langues
Mots associés / Définition (def): duplicité
duplication pyélocalicielle, duplicité adjectif, duplicité antonyme, duplicité antonymes, duplicité citation, duplicité dictionnaire de langue néerlandais, duplicité en néerlandais
Traductions
- duplicateur en néerlandais - duplicator, stencilapparaat, duplicator op
- duplication en néerlandais - verdubbeling, kopiëren, duplicatie, dubbel werk, overlapping
- dupliquer en néerlandais - multipliceren, verveelvoudigen, duplicaat, dupliceren, dubbele, te dupliceren
- dur en néerlandais - star, rein, sterk, nurks, onkies, strak, kreng, ...
Mots aléatoires
Duplicité en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: dubbelhartigheid, dupliciteit, dubbelzinnigheid, onbetrouwbaarheid, duplicity
Traductions: dubbelhartigheid, dupliciteit, dubbelzinnigheid, onbetrouwbaarheid, duplicity