Effriter en néerlandais
Traduction: effriter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
scheiden, gruizelen, afbrokkelen, verbrokkelen, kruimelen, crumble, brokkelen
Autres langues
Mots associés / Définition (def): effriter
comment effriter, effectuer def, effriter antonymes, effriter beuh, effriter de la beuh, effriter dictionnaire de langue néerlandais, effriter en néerlandais
Traductions
- effrayés en néerlandais - bange, bang, angstige, angstig, geschrokken
- effritement en néerlandais - brokkelig, afbrokkelende, afbrokkelen, vervallen, crumbling
- effrité en néerlandais - broos, knapperig, breekbaar, verkruimeld, verkruimelde, afgebrokkeld, brokkelde, ...
- effroi en néerlandais - schrik, afkeer, tierig, beduchtheid, alarmeren, rap, vief, ...
Mots aléatoires
Effriter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: scheiden, gruizelen, afbrokkelen, verbrokkelen, kruimelen, crumble, brokkelen
Traductions: scheiden, gruizelen, afbrokkelen, verbrokkelen, kruimelen, crumble, brokkelen