Embêter en néerlandais
Traduction: embêter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
grieven, vervelend, vermoeien, kompasnaald, verontwaardigen, speld, aanboren, bedroeven, moe, ergeren, vervelen, mat, naald, hinderen, vermoeid, tegenstaan, last, lastig vallen, storen, moeite
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): embêter
embêter allemand, embêter anglais, embêter antonymes, embêter conjugaison, embêter définition, embêter dictionnaire de langue néerlandais, embêter en néerlandais
Traductions
- embêtant en néerlandais - vervelend, boren, saai, melig, vermoeiend, taai, hinderlijk, ...
- embêtement en néerlandais - kwestie, smart, opgave, geprikkeldheid, vraagpunt, vraagstuk, moeilijkheid, ...
- embûche en néerlandais - klem, bek, hinderlaag, slag, afgrond, muil, opening, ...
- emmagasiner en néerlandais - menigte, boel, stapelen, verzamelen, stapel, opeenhopen, opstapelen, ...
Mots aléatoires
Embêter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: grieven, vervelend, vermoeien, kompasnaald, verontwaardigen, speld, aanboren, bedroeven, moe, ergeren, vervelen, mat, naald, hinderen, vermoeid, tegenstaan, last, lastig vallen, storen, moeite
Traductions: grieven, vervelend, vermoeien, kompasnaald, verontwaardigen, speld, aanboren, bedroeven, moe, ergeren, vervelen, mat, naald, hinderen, vermoeid, tegenstaan, last, lastig vallen, storen, moeite