Embaucher en néerlandais
Traduction: embaucher, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
besteden, charteren, toepassen, gebruiken, zetten, doek, tewerkstelling, benutten, afhuren, gebruik, aanwenden, doorvoeren, tewerkstellen, aanwerven, velum, werk, huren, huur, te huren, verhuur, huren van
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): embaucher
embauche, embaucher antonymes, embaucher en anglais, embaucher en cdd, embaucher en espagnol, embaucher dictionnaire de langue néerlandais, embaucher en néerlandais
Traductions
- embauchage en néerlandais - aanwerving, Het inhuren, inhuren, Het inhuren van, inhuren van, het huren
- embauche en néerlandais - inhuren, inhuur, aanwerving, verhuren, huren
- embauchoir en néerlandais - schoenspanner
- embaumer en néerlandais - ruiken, lucht, luchtje, rieken, aroma, stinken, geuren, ...
Mots aléatoires
Embaucher en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: besteden, charteren, toepassen, gebruiken, zetten, doek, tewerkstelling, benutten, afhuren, gebruik, aanwenden, doorvoeren, tewerkstellen, aanwerven, velum, werk, huren, huur, te huren, verhuur, huren van
Traductions: besteden, charteren, toepassen, gebruiken, zetten, doek, tewerkstelling, benutten, afhuren, gebruik, aanwenden, doorvoeren, tewerkstellen, aanwerven, velum, werk, huren, huur, te huren, verhuur, huren van