Empailler en néerlandais
Traduction: empailler, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
stoffelijk, weefsel, stof, dingen, zelfstandigheid, materialen, materiaal, substantie, grondstof, spul, goedje, spullen, stuff
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): empailler
empailler animaux, empailler antonymes, empailler des chaises, empailler en anglais, empailler grammaire, empailler dictionnaire de langue néerlandais, empailler en néerlandais
Traductions
- emmêlé en néerlandais - gemat, gematteerd, gematteerde, matte
- empaillage en néerlandais - vulling, vulsel, opvulsel, vullen, stuffing, het vullen
- empan en néerlandais - brug, paar, tweetal, span, stelletje, duo, koppel, ...
- empaquetage en néerlandais - computerprogramma, verpakken, pakken, bundel, pak, wis, inpakken, ...
Mots aléatoires
Empailler en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: stoffelijk, weefsel, stof, dingen, zelfstandigheid, materialen, materiaal, substantie, grondstof, spul, goedje, spullen, stuff
Traductions: stoffelijk, weefsel, stof, dingen, zelfstandigheid, materialen, materiaal, substantie, grondstof, spul, goedje, spullen, stuff