Emparent en néerlandais
Traduction: emparent, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vorderen, aangrijpen, bemachtigen, grijpen, aangegrepen, bevangen, beslag genomen, in beslag genomen, greep
Autres langues
Mots associés / Définition (def): emparent
apparent definition, emparent antonymes, emparent grammaire, emparent mots croisés, emparent signification, emparent dictionnaire de langue néerlandais, emparent en néerlandais
Traductions
- emparant en néerlandais - grijpen, inbeslagneming, vastlopen, beslag, grijpen van
- empare en néerlandais - grijpers, het grijpen, grijpen, grabs, grepen
- emparer en néerlandais - vorderen, bemachtigen, grijpen, aangrijpen, bezit, bezitting, bezetenheid, ...
- emparez en néerlandais - grijpen, aangrijpen, vorderen, bemachtigen, greep, pakken, Grab, ...
Mots aléatoires
Emparent en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vorderen, aangrijpen, bemachtigen, grijpen, aangegrepen, bevangen, beslag genomen, in beslag genomen, greep
Traductions: vorderen, aangrijpen, bemachtigen, grijpen, aangegrepen, bevangen, beslag genomen, in beslag genomen, greep