Empester en néerlandais
Traduction: empester, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verpesten, besmetten, infecteren, aansteken, vervuiling, stinken, stank, stink, stinkt, vies ruiken
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): empester
empester antonyme, empester antonymes, empester conjugaison, empester en anglais, empester english, empester dictionnaire de langue néerlandais, empester en néerlandais
Traductions
- empereur en néerlandais - keizer, Emperor, de keizer
- empeser en néerlandais - stijfsel, zetmeel, zetmeelgehalte, van zetmeel, een zetmeelgehalte
- empesé en néerlandais - star, lijk, strak, stug, stram, stijf, plechtig, ...
- emphase en néerlandais - accentueren, dialect, klemtoon, benadrukken, beklemtonen, klem, nadruk, ...
Mots aléatoires
Empester en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verpesten, besmetten, infecteren, aansteken, vervuiling, stinken, stank, stink, stinkt, vies ruiken
Traductions: verpesten, besmetten, infecteren, aansteken, vervuiling, stinken, stank, stink, stinkt, vies ruiken