Encastrer en néerlandais
Traduction: encastrer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
monteren, zetten, berg, gebouwd, ingebouwde, Built, gebouwde, ingebouwd
Autres langues
Mots associés / Définition (def): encastrer
cuisine encastrer, douche a encastrer, douche encastrer, encastrer antonymes, encastrer grammaire, encastrer dictionnaire de langue néerlandais, encastrer en néerlandais
Traductions
- encastrement en néerlandais - behuizing, huisvesting, huis, woningen, woningbouw
- encaustiquer en néerlandais - schoensmeer, schoencrème, pools, was, piekte, piekten, hoogtepunt bereikt, ...
- enceindre en néerlandais - omgeven, omsluiten, riem, insluiten, milieu, medium, ceintuur, ...
Mots aléatoires
Encastrer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: monteren, zetten, berg, gebouwd, ingebouwde, Built, gebouwde, ingebouwd
Traductions: monteren, zetten, berg, gebouwd, ingebouwde, Built, gebouwde, ingebouwd