Encolure en néerlandais
Traduction: encolure, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
ventileren, verwachten, eruitzien, vergezicht, wijsje, uitzicht, luchten, durf, stoutheid, hals, gezichtsvermogen, deuntje, air, toet, gezicht, aangezicht, halslijn, neklijn, decolleté, de hals
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): encolure
encolure américaine, encolure antonymes, encolure bateau, encolure carrée, encolure cheval, encolure dictionnaire de langue néerlandais, encolure en néerlandais
Traductions
- encoignure en néerlandais - rand, boord, hoek, wal, walkant, oever, waterkant, ...
- encoller en néerlandais - bestek, kit, beslag, kleefstof, omvang, kleefmiddel, grootte, ...
- encombra en néerlandais - bezwaard, bezwaarde, belast, gehinderd, belemmerd
Mots aléatoires
Encolure en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: ventileren, verwachten, eruitzien, vergezicht, wijsje, uitzicht, luchten, durf, stoutheid, hals, gezichtsvermogen, deuntje, air, toet, gezicht, aangezicht, halslijn, neklijn, decolleté, de hals
Traductions: ventileren, verwachten, eruitzien, vergezicht, wijsje, uitzicht, luchten, durf, stoutheid, hals, gezichtsvermogen, deuntje, air, toet, gezicht, aangezicht, halslijn, neklijn, decolleté, de hals