Encourager en néerlandais
Traduction: encourager, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
opruien, inviteren, aanporren, bevorderen, aansporen, opstoken, agiteren, prikkelen, aanstoken, noden, aanwakkeren, zwepen, vragen, ophitsen, stimuleren, aanvuren, aanmoedigen, bemoedigen, aanzetten, moedigen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): encourager
comment encourager, encourager anglais, encourager antonymes, encourager au passé simple, encourager en allemand, encourager dictionnaire de langue néerlandais, encourager en néerlandais
Traductions
- encouragent en néerlandais - aanvuren, aanwakkeren, bevorderen, aansporen, aanmoedigen, bemoedigen, aanzetten, ...
- encourageons en néerlandais - aansporen, aanwakkeren, bevorderen, aanvuren, aanmoedigen, bemoedigen, aanzetten, ...
- encouragez en néerlandais - bevorderen, aanwakkeren, aanvuren, aansporen, aanmoedigen, bemoedigen, aanzetten, ...
- encourageâmes en néerlandais - moedigde hem, moedigde hem aan, moedigden hem, hem aanmoedigde, stimuleerde hem
Mots aléatoires
Encourager en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opruien, inviteren, aanporren, bevorderen, aansporen, opstoken, agiteren, prikkelen, aanstoken, noden, aanwakkeren, zwepen, vragen, ophitsen, stimuleren, aanvuren, aanmoedigen, bemoedigen, aanzetten, moedigen
Traductions: opruien, inviteren, aanporren, bevorderen, aansporen, opstoken, agiteren, prikkelen, aanstoken, noden, aanwakkeren, zwepen, vragen, ophitsen, stimuleren, aanvuren, aanmoedigen, bemoedigen, aanzetten, moedigen