Envoler en néerlandais

Traduction: envoler, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aanbreken, aanvang, begin, intrede, beginnen, ingaan, ontstaan, aanhef, aanbinden, loop, aanvangen, aanzetten, activeren, vliegend, vliegen, die, vliegende, die vliegen
Envoler en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): envoler

envole moi, envoler anglais, envoler antonymes, envoler au passé simple, envoler citation, envoler dictionnaire de langue néerlandais, envoler en néerlandais

Traductions

  • envoient en néerlandais - opzenden, versturen, verzenden, opsturen, sturen, zenden
  • envol en néerlandais - afvaart, uittocht, afrit, vertrek, vlucht, vlucht te, de vlucht, ...
  • envolée en néerlandais - vlucht, vlucht te, de vlucht, vluchtgegevens, vluchten
  • envoya en néerlandais - verzonden, gezonden, zond, gestuurd, stuurde
Mots aléatoires
Envoler en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aanbreken, aanvang, begin, intrede, beginnen, ingaan, ontstaan, aanhef, aanbinden, loop, aanvangen, aanzetten, activeren, vliegend, vliegen, die, vliegende, die vliegen