Envoyer en néerlandais
Traduction: envoyer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
doorgeven, aanplakken, opsturen, post, verzenden, werpen, inhalen, wachtpost, smijten, schip, omkomen, versturen, heipaal, sturen, aanreiken, langsgaan, zenden
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): envoyer
appeler, conjugaison, conjugaison envoyer, envoyer antonymes, envoyer conjugaison, envoyer dictionnaire de langue néerlandais, envoyer en néerlandais
Traductions
- envoyai en néerlandais - verzonden, gezonden, zond, gestuurd, stuurde
- envoyant en néerlandais - sturen, verzenden, opsturen, opzenden, versturen, verzending, het verzenden, ...
- envoyeur en néerlandais - verzender, afzender, zender, de afzender, inzender
- envoyez en néerlandais - opzenden, opsturen, sturen, versturen, verzenden, zenden
Mots aléatoires
Envoyer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: doorgeven, aanplakken, opsturen, post, verzenden, werpen, inhalen, wachtpost, smijten, schip, omkomen, versturen, heipaal, sturen, aanreiken, langsgaan, zenden
Traductions: doorgeven, aanplakken, opsturen, post, verzenden, werpen, inhalen, wachtpost, smijten, schip, omkomen, versturen, heipaal, sturen, aanreiken, langsgaan, zenden