Essor en néerlandais

Traduction: essor, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vlucht, expansie, kogelbaan, vergroting, uitzetting, baan, zwerm, vliegtocht, ontsnapping, ontwikkeling, de ontwikkeling, ontwikkeling van, ontwikkelen, de ontwikkeling van
Essor en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): essor

définition essor, en essor, en plein essor, essor 93, essor anglet, essor dictionnaire de langue néerlandais, essor en néerlandais

Traductions

  • essentiellement en néerlandais - voornamelijk, inzonderheid, wezen, in wezen, hoofdzakelijk, essentie
  • essieu en néerlandais - spil, luns, as, draaien, roteren, tap, axle, ...
  • essorage en néerlandais - spinnen, spinning, spinnende, draaiende, het spinnen
  • essorer en néerlandais - neerdruipen, uitdrogen, afwatering, afpersen, afdrogen, drainage, knevelen, ...
Mots aléatoires
Essor en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vlucht, expansie, kogelbaan, vergroting, uitzetting, baan, zwerm, vliegtocht, ontsnapping, ontwikkeling, de ontwikkeling, ontwikkeling van, ontwikkelen, de ontwikkeling van