Estimer en néerlandais
Traduction: estimer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
mare, opnemen, vermoeden, roem, begroting, menen, premie, vereren, grootte, faam, reputatie, berekenen, uitrekenen, achten, maat, respect, schatting, raming, inschatting, raming van, schatten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): estimer
estimer antonymes, estimer apl, estimer bien, estimer bien immobilier, estimer facture edf, estimer dictionnaire de langue néerlandais, estimer en néerlandais
Traductions
- estime en néerlandais - mare, eerbied, befaamdheid, voorstelling, taxeren, denkbeeld, blik, ...
- estiment en néerlandais - beoordelen, schatting, waarderen, schatten, begroten, taxeren, achting, ...
- estimez en néerlandais - taxeren, schatting, beoordelen, waardering, waarderen, achting, begroting, ...
- estimons en néerlandais - begroten, beoordelen, schatten, begroting, taxeren, achting, waarderen, ...
Mots aléatoires
Estimer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: mare, opnemen, vermoeden, roem, begroting, menen, premie, vereren, grootte, faam, reputatie, berekenen, uitrekenen, achten, maat, respect, schatting, raming, inschatting, raming van, schatten
Traductions: mare, opnemen, vermoeden, roem, begroting, menen, premie, vereren, grootte, faam, reputatie, berekenen, uitrekenen, achten, maat, respect, schatting, raming, inschatting, raming van, schatten