Excusa en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

Traduction: excusa, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:

français

Langue d'arrivée:

néerlandais

Traductions:

verontschuldigd, excuseerde, verontschuldigde, geëxcuseerd, vrijgesteld

Autres langues

Mots associés / Définition (def): excusa

excusa antonymes, excusa definicion, excusa escolar, excusa estudiantil, excusa grammaire, excusa dictionnaire de langue néerlandais, excusa en néerlandais

Traductions

excursion en néerlandais - excursie, karren, tocht, rijden, reis, tippelen, expeditie, ...
excursionniste en néerlandais - wandelaar, hiker, wandelaars, wandelaar van, De wandelaar
excusable en néerlandais - verschoonbaar, vergeeflijk, verschoonbare, verontschuldigen, te verontschuldigen
excusai en néerlandais - verontschuldigd, excuseerde, verontschuldigde, geëxcuseerd, vrijgesteld

Mots aléatoires