Facile en néerlandais
Traduction: facile, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
mager, simpel, allicht, langzaam, schraal, ontsteken, gemakkelijk, dun, zachtjes, enkelvoudig, aansteken, vlot, aansteker, aalwaardig, verlichten, schijn, makkelijk, eenvoudig, gemakkelijke, eenvoudige
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): facile
anglais facile, coiffure, coiffure facile, dessert facile, dessin facile, facile dictionnaire de langue néerlandais, facile en néerlandais
Traductions
- face en néerlandais - aangezicht, oppervlakte, durf, zeil, toelaten, front, grijns, ...
- facette en néerlandais - facet, aspect, facetten, facetgeslepen, geborsteld
- facilement en néerlandais - zachtjes, licht, gemakkelijk, zoetjes, allicht, makkelijk, vlot, ...
- facilita en néerlandais - vergemakkelijkt, gefaciliteerd, vergemakkelijkte, bevorderd, gemakkelijker
Mots aléatoires
Facile en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: mager, simpel, allicht, langzaam, schraal, ontsteken, gemakkelijk, dun, zachtjes, enkelvoudig, aansteken, vlot, aansteker, aalwaardig, verlichten, schijn, makkelijk, eenvoudig, gemakkelijke, eenvoudige
Traductions: mager, simpel, allicht, langzaam, schraal, ontsteken, gemakkelijk, dun, zachtjes, enkelvoudig, aansteken, vlot, aansteker, aalwaardig, verlichten, schijn, makkelijk, eenvoudig, gemakkelijke, eenvoudige