Facilement en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

apprendre, apprendre facilement, comment apprendre facilement, comment dessiner, comment dessiner facilement, facilement dictionnaire de langue néerlandais, facilement en néerlandais

Traductions

facette en néerlandais - facet, aspect, facetten, facetgeslepen, geborsteld
facile en néerlandais - mager, simpel, allicht, langzaam, schraal, ontsteken, gemakkelijk, ...
facilita en néerlandais - vergemakkelijkt, gefaciliteerd, vergemakkelijkte, bevorderd, gemakkelijker

Mots aléatoires

Facilement en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: zachtjes, licht, gemakkelijk, zoetjes, allicht, makkelijk, vlot, langzaam, eenvoudig, gemakkelijk te, goed