Fermeture en néerlandais
Traduction: fermeture, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
sluiting, dichtbij, toedoen, besluiten, slot, dichtdoen, dichtmaken, sluiten, afsluiten, naast, nabij, sluitend, afsluiting, het sluiten
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): fermeture
a13 fermeture, fermeture a13, fermeture antonymes, fermeture autoroute, fermeture ccb, fermeture dictionnaire de langue néerlandais, fermeture en néerlandais
Traductions
- fermentés en néerlandais - gefermenteerde, gefermenteerd, gegist, gegiste, vergiste
- fermer en néerlandais - vaststellen, bepalen, plooi, bar, fixeren, bezegelen, jam, ...
- fermeté en néerlandais - edel, nobel, adellijk, hecht, securiteit, gevestigd, vastigheid, ...
- fermez en néerlandais - dichtbij, toedoen, dichtdoen, nabij, dichtmaken, sluiten, naast, ...
Mots aléatoires
Fermeture en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: sluiting, dichtbij, toedoen, besluiten, slot, dichtdoen, dichtmaken, sluiten, afsluiten, naast, nabij, sluitend, afsluiting, het sluiten
Traductions: sluiting, dichtbij, toedoen, besluiten, slot, dichtdoen, dichtmaken, sluiten, afsluiten, naast, nabij, sluitend, afsluiting, het sluiten