Feu en néerlandais

Traduction: feu, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aansteker, vergevorderd, vuurzee, schieten, brand, laat, laaien, vlammen, ijver, onlangs, vuur, ambitie, aansteken, ontslag, licht, vlam, vuren, haard, fire
Feu en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): feu

allopneu, feu antonymes, feu artifice, feu d artifice, feu d'artifice, feu dictionnaire de langue néerlandais, feu en néerlandais

Traductions

  • feston en néerlandais - karbonade, rib, ribstuk, kotelet, festoen, slinger, festoon, ...
  • festoyer en néerlandais - feestmaal, vergasten, vermaken, trakteren, onderhouden, snoepgoed, onderhandelen, ...
  • feudataire en néerlandais - leenman, leenroerig, onderkoningen, leen, onderscheiden van Leenmannen
  • feuillage en néerlandais - vel, loof, bladertooi, gebladerte, blad, bladeren, bladerdek
Mots aléatoires
Feu en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aansteker, vergevorderd, vuurzee, schieten, brand, laat, laaien, vlammen, ijver, onlangs, vuur, ambitie, aansteken, ontslag, licht, vlam, vuren, haard, fire