Finissez en néerlandais
Traduction: finissez, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
slot, uitmaken, uitlopen, einde, afloop, eindigen, besluit, afmaken, afsluiten, beëindigen, voleinding, ophouden, uiteinde, voleindigen, uitgaan, aflopen, afwerking, eindig, eindigt, afgewerkt
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): finissez
finissez antonymes, finissez grammaire, finissez le gw, finissez mots croisés, finissez sans electrocardiogramme plat, finissez dictionnaire de langue néerlandais, finissez en néerlandais
Traductions
- finissant en néerlandais - einde, suffix, uitgang, besluit, slot, uiteinde, eind, ...
- finissent en néerlandais - afsluiten, besluit, slot, beëindigen, ophouden, uitraken, voleindigen, ...
- finissons en néerlandais - afmaken, afsluiten, voleindigen, uitlopen, besluiten, slot, uitgaan, ...
- finit en néerlandais - uiteinden, einden, eindigt, doeleinden, einde
Mots aléatoires
Finissez en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: slot, uitmaken, uitlopen, einde, afloop, eindigen, besluit, afmaken, afsluiten, beëindigen, voleinding, ophouden, uiteinde, voleindigen, uitgaan, aflopen, afwerking, eindig, eindigt, afgewerkt
Traductions: slot, uitmaken, uitlopen, einde, afloop, eindigen, besluit, afmaken, afsluiten, beëindigen, voleinding, ophouden, uiteinde, voleindigen, uitgaan, aflopen, afwerking, eindig, eindigt, afgewerkt