Fit en néerlandais
Traduction: fit, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gemaakt, maakte, gemaakte, gedaan, maakten
Autres langues
Mots associés / Définition (def): fit
active fit, cross fit, fit and slim, fit antonymes, fit challenge assu 2000, fit dictionnaire de langue néerlandais, fit en néerlandais
Traductions
- fissurer en néerlandais - verbreking, opening, barsten, bres, splijten, uitbarsting, breuk, ...
- fistule en néerlandais - fistula, fistel, fistels, de fistel
- fixa en néerlandais - vast, star, onbeweeglijk, vaste, bepaalde, een vaste, vastgestelde
- fixai en néerlandais - onbeweeglijk, star, vast, staarde, staarden, keek, keken, ...
Mots aléatoires
Fit en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gemaakt, maakte, gemaakte, gedaan, maakten
Traductions: gemaakt, maakte, gemaakte, gedaan, maakten