Flash en néerlandais
Traduction: flash, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
flikkeren, gloren, flits, oogwenk, moment, schel, tel, wip, opzichtig, tijdstip, flitsen, ogenblik, flitser, knipperen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): flash
adobe, adobe flash, adobe flash player, adobe reader, flash antonymes, flash dictionnaire de langue néerlandais, flash en néerlandais
Traductions
- flanquer en néerlandais - teer, zwaaien, inrichten, worp, helling, liefkozen, bouwen, ...
- flaque en néerlandais - consortium, vijver, syndicaat, vakbond, kolk, plas, vakvereniging, ...
- flasque en néerlandais - zwak, afhelpen, verlossen, bevrijden, uitgewoond, rul, gammel, ...
- flatter en néerlandais - versiersel, versieren, vleien, opsmuk, beslaan, garneren, afzetten, ...
Mots aléatoires
Flash en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: flikkeren, gloren, flits, oogwenk, moment, schel, tel, wip, opzichtig, tijdstip, flitsen, ogenblik, flitser, knipperen
Traductions: flikkeren, gloren, flits, oogwenk, moment, schel, tel, wip, opzichtig, tijdstip, flitsen, ogenblik, flitser, knipperen