Fluor en néerlandais
Traduction: fluor, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
fluorine, fluor-, van fluor
Autres langues
Mots associés / Définition (def): fluor
alexa fluor, dentifrice, dentifrice fluor, dentifrice sans fluor, fluor 18, fluor dictionnaire de langue néerlandais, fluor en néerlandais
Traductions
- fluide en néerlandais - stromend, dun, vloeistof, vloeibaar, vloeiend, fluïdum, vocht, ...
- fluidité en néerlandais - vloeibaarheid, doorstroming, fluïditeit, vloeiende, de vloeibaarheid
- fluorescence en néerlandais - fluorescentie, de fluorescentie, van fluorescentie, fluorescentie-
- fluorescent en néerlandais - TL-, fluorescerende, TL, fluorescerend, fluorescente
Mots aléatoires
Fluor en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: fluorine, fluor-, van fluor
Traductions: fluorine, fluor-, van fluor