Flux en néerlandais
Traduction: flux, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
stroming, gefortuneerd, waterloop, stroom, bloedaandrang, tegenwoordig, actueel, vloeien, stromen, aandrang, vaart, rijk, haastigheid, vloed, vlieten, haast, stroomt
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): flux
adidas, adidas flux, adidas zx, double flux, flux antonymes, flux dictionnaire de langue néerlandais, flux en néerlandais
Traductions
- flutter en néerlandais - fladderen, wapperen, opwinding, gokje wagen
- fluvial en néerlandais - rivier-, fluviatiele, fluviale, riviersystemen
- flâner en néerlandais - dwalen, rondtrekken, dolen, wandelen, tippel, zwerven, ronddolen, ...
- flâneur en néerlandais - kont, geducht, fiks, sterk, landloper, zwerver, bips, ...
Mots aléatoires
Flux en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: stroming, gefortuneerd, waterloop, stroom, bloedaandrang, tegenwoordig, actueel, vloeien, stromen, aandrang, vaart, rijk, haastigheid, vloed, vlieten, haast, stroomt
Traductions: stroming, gefortuneerd, waterloop, stroom, bloedaandrang, tegenwoordig, actueel, vloeien, stromen, aandrang, vaart, rijk, haastigheid, vloed, vlieten, haast, stroomt