Franchise en néerlandais

Traduction: franchise, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
ronduit, openhartigheid, eerlijk, rondweg, openheid, trouwhartigheid, oprechtheid, oprecht, stemrecht, vrijstelling, concessie
Franchise en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): franchise

burger king, définition franchise, franchise antonymes, franchise assurance, franchise assurance auto, franchise dictionnaire de langue néerlandais, franchise en néerlandais

Traductions

  • franchement en néerlandais - subiet, zo, rondweg, direct, rechtstreeks, dadelijk, live, ...
  • franchir en néerlandais - pas, overwinnen, schrijden, overtreffen, omkomen, gewelf, overtroeven, ...
  • franchissement en néerlandais - misdrijf, bres, opening, kruising, gaping, overtreding, oversteekplaats, ...
Mots aléatoires
Franchise en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: ronduit, openhartigheid, eerlijk, rondweg, openheid, trouwhartigheid, oprechtheid, oprecht, stemrecht, vrijstelling, concessie