Franchissement en néerlandais
Traduction: franchissement, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
misdrijf, bres, opening, kruising, gaping, overtreding, oversteekplaats, kruispunt, overweg, overtocht
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): franchissement
franchissement 4x4, franchissement antonymes, franchissement d'une ligne blanche, franchissement de seuil, franchissement de seuil amf, franchissement dictionnaire de langue néerlandais, franchissement en néerlandais
Traductions
- franchir en néerlandais - pas, overwinnen, schrijden, overtreffen, omkomen, gewelf, overtroeven, ...
- franchise en néerlandais - ronduit, openhartigheid, eerlijk, rondweg, openheid, trouwhartigheid, oprechtheid, ...
- frange en néerlandais - schillen, zelfkant, strook, reep, strip, windsel, streep, ...
Mots aléatoires
Franchissement en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: misdrijf, bres, opening, kruising, gaping, overtreding, oversteekplaats, kruispunt, overweg, overtocht
Traductions: misdrijf, bres, opening, kruising, gaping, overtreding, oversteekplaats, kruispunt, overweg, overtocht