Frange en néerlandais
Traduction: frange, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
schillen, zelfkant, strook, reep, strip, windsel, streep, boord, ontdoen, kant, stropen, band, zoom, rand, wapenbalk, franje, Fringe, pony, marginale
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): frange
carre frange, carré frange, carré long, carré long frange, coiffure, frange dictionnaire de langue néerlandais, frange en néerlandais
Traductions
- franchissement en néerlandais - misdrijf, bres, opening, kruising, gaping, overtreding, oversteekplaats, ...
- frangin en néerlandais - broer, maat, kameraad, broeder, kornuit, makker, bro, ...
- français en néerlandais - Frans, Franse, het Frans, french, de Franse
Mots aléatoires
Frange en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: schillen, zelfkant, strook, reep, strip, windsel, streep, boord, ontdoen, kant, stropen, band, zoom, rand, wapenbalk, franje, Fringe, pony, marginale
Traductions: schillen, zelfkant, strook, reep, strip, windsel, streep, boord, ontdoen, kant, stropen, band, zoom, rand, wapenbalk, franje, Fringe, pony, marginale