Fulminer en néerlandais
Traduction: fulminer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
daveren, donderen, ontploffen, splijten, uitbarsting, donder, bulderen, oprispen, boeren, losbarsten, springen, exploderen, barsten, scheuren, uitbarsten, fulmineren, fulminaat, schelden op
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): fulminer
fulminer antonymes, fulminer contre, fulminer grammaire, fulminer larousse, fulminer mots croisés, fulminer dictionnaire de langue néerlandais, fulminer en néerlandais
Traductions
- fulgurant en néerlandais - kortaangebonden, druk, rap, schicht, bits, bars, bliksemschicht, ...
- fulgurer en néerlandais - bliksemschicht, flits, bliksem, vuurstraal, schicht, hemelvuur, Fulguratie, ...
- fuma en néerlandais - gerookt, gerookte, rookte, rookten, roken
- fumage en néerlandais - roken, rokers, rookvrij
Mots aléatoires
Fulminer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: daveren, donderen, ontploffen, splijten, uitbarsting, donder, bulderen, oprispen, boeren, losbarsten, springen, exploderen, barsten, scheuren, uitbarsten, fulmineren, fulminaat, schelden op
Traductions: daveren, donderen, ontploffen, splijten, uitbarsting, donder, bulderen, oprispen, boeren, losbarsten, springen, exploderen, barsten, scheuren, uitbarsten, fulmineren, fulminaat, schelden op