Fumer en néerlandais
Traduction: fumer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
behandelen, geneesmiddel, remedie, weg, mest, stinken, stank, genezen, bemesten, gieren, cureren, medium, rook, roken, smoken, uitwasemen, rookvrije, smoke, de rook
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): fumer
allen carr, arreter de fumer, arreter fumer, arrêter de fumer, cannabis, fumer dictionnaire de langue néerlandais, fumer en néerlandais
Traductions
- fume en néerlandais - rook, roken, rookvrije, smoke, de rook
- fument en néerlandais - roken, damp, smoken, nicotineverslaving, rook, uitwaseming, rookvrije, ...
- fumet en néerlandais - parfum, lucht, odeur, aroma, luchtje, geur, ruiken, ...
- fumeur en néerlandais - roken, rokers, rookvrij
Mots aléatoires
Fumer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: behandelen, geneesmiddel, remedie, weg, mest, stinken, stank, genezen, bemesten, gieren, cureren, medium, rook, roken, smoken, uitwasemen, rookvrije, smoke, de rook
Traductions: behandelen, geneesmiddel, remedie, weg, mest, stinken, stank, genezen, bemesten, gieren, cureren, medium, rook, roken, smoken, uitwasemen, rookvrije, smoke, de rook