Grandeur en néerlandais
Traduction: grandeur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vermogen, noodzaken, tal, autoriteit, trekken, merendeel, voornaamste, uitgebreidheid, getal, tak, kracht, totaalbedrag, slingeren, forceren, dringen, afmeting, grootheid, grootsheid, de grootheid, greatness, grootte
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): grandeur
grandeur antonymes, grandeur electrique, grandeur et décadence, grandeur et mesure, grandeur grammaire, grandeur dictionnaire de langue néerlandais, grandeur en néerlandais
Traductions
- grande-bretagne en néerlandais - Groot Brittanië, GREAT BRITAIN
- grandement en néerlandais - bijzonder, terdege, uiterst, heel, veel, eveneens, verder, ...
- grandiloquence en néerlandais - grootspraak, hoogdravendheid, pathos
- grandiose en néerlandais - groots, glorieus, lumineus, verheven, luisterrijk, glorierijk, glanzend, ...
Mots aléatoires
Grandeur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vermogen, noodzaken, tal, autoriteit, trekken, merendeel, voornaamste, uitgebreidheid, getal, tak, kracht, totaalbedrag, slingeren, forceren, dringen, afmeting, grootheid, grootsheid, de grootheid, greatness, grootte
Traductions: vermogen, noodzaken, tal, autoriteit, trekken, merendeel, voornaamste, uitgebreidheid, getal, tak, kracht, totaalbedrag, slingeren, forceren, dringen, afmeting, grootheid, grootsheid, de grootheid, greatness, grootte