Grippe en néerlandais
Traduction: grippe, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
bemachtigen, oor, vastgrijpen, valies, aangrijpen, pakken, koffer, griep, grijpen, handkoffer, influenza, steel, Flu, griep van, de Griep, van de Griep
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): grippe
epidemie grippe, gastro, grippe 2012, grippe 2013, grippe 2014, grippe dictionnaire de langue néerlandais, grippe en néerlandais
Traductions
- griottier en néerlandais - kers, rood, blozend
- grippage en néerlandais - bovengronds, beslaglegging, inbeslagname, inbeslagneming, beslag, aanval
- grippe-sou en néerlandais - stank, stinken, vrek, skinflint, gierigaard, gierigheid, knijper
- gris en néerlandais - donker, droefgeestig, melig, saai, onnozel, dof, stomp, ...
Mots aléatoires
Grippe en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: bemachtigen, oor, vastgrijpen, valies, aangrijpen, pakken, koffer, griep, grijpen, handkoffer, influenza, steel, Flu, griep van, de Griep, van de Griep
Traductions: bemachtigen, oor, vastgrijpen, valies, aangrijpen, pakken, koffer, griep, grijpen, handkoffer, influenza, steel, Flu, griep van, de Griep, van de Griep