Habituellement en néerlandais
Traduction: habituellement, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gewoonlijk, doorgaans, meestal, vaak, algemeen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): habituellement
habituellement antonymes, habituellement définition, habituellement en anglais, habituellement en espagnol, habituellement en italien, habituellement dictionnaire de langue néerlandais, habituellement en néerlandais
Traductions
- habitue en néerlandais - vroeger, gebruikt, gebruikt om, gebruikt voor, gebruikt om te
- habituel en néerlandais - park, vulgair, warande, alledaags, grof, gewoon, gebruikelijk, ...
- habituent en néerlandais - plegen, gewennen, wennen, te wennen, accustom, wennen de
- habituer en néerlandais - plegen, gewennen, wennen, te wennen, accustom, wennen de
Mots aléatoires
Habituellement en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gewoonlijk, doorgaans, meestal, vaak, algemeen
Traductions: gewoonlijk, doorgaans, meestal, vaak, algemeen