Happer en néerlandais

Traduction: happer, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
arrest, inhalen, aangrijpen, arrestatie, bemachtigen, vangen, greep, vastpakken, vorderen, aanhouding, aanfloepen, vatten, koppeling, beetnemen, grijpen, houvast, wegsnappen, snap, snap up
Happer en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): happer

haper, happer anglais, happer antonymes, happer conjugaison, happer dictionnaire, happer dictionnaire de langue néerlandais, happer en néerlandais

Traductions

  • hantise en néerlandais - obsessie, spoken, kwellen, achtervolgen, achtervolg, te achtervolgen
  • hanté en néerlandais - spookt, Haunted, achtervolgd, achtervolgde, spookhuis
  • happy en néerlandais - gelukkig, blij, gelukkige, graag, tevreden
  • harasser en néerlandais - vermoeienis, uitputten, mat, arbeid, afjakkeren, vermoeid, moeheid, ...
Mots aléatoires
Happer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: arrest, inhalen, aangrijpen, arrestatie, bemachtigen, vangen, greep, vastpakken, vorderen, aanhouding, aanfloepen, vatten, koppeling, beetnemen, grijpen, houvast, wegsnappen, snap, snap up