Impatienter en néerlandais
Traduction: impatienter, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
verontwaardigen, vervelen, ergeren, hinderen, irriteren, te ergeren, erger, te irriteren
Autres langues
Mots associés / Définition (def): impatienter
impatiente de, impatienter antonymes, impatienter conjugaison, impatienter grammaire, impatienter italien, impatienter dictionnaire de langue néerlandais, impatienter en néerlandais
Traductions
- impatience en néerlandais - angst, benauwdheid, ongeduld, ongeduldig, het ongeduld, van ongeduld
- impatient en néerlandais - beducht, bang, zenuwachtig, bezorgd, ongerust, nerveus, ongeduldig, ...
- impatroniser en néerlandais - voorstellen, vertonen, uitvoeren, invoeren, indienen, steken, presenteren, ...
- impayé en néerlandais - uitstekend, voortreffelijk, uitstaan, buitengewoon, uitstekende
Mots aléatoires
Impatienter en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: verontwaardigen, vervelen, ergeren, hinderen, irriteren, te ergeren, erger, te irriteren
Traductions: verontwaardigen, vervelen, ergeren, hinderen, irriteren, te ergeren, erger, te irriteren