Implacablement en néerlandais
Traduction: implacablement, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
onverbiddelijk, onverzoenlijk, onverzoenlijke, genadeloos, onverzettelijk
Autres langues
Mots associés / Définition (def): implacablement
implacablement antonymes, implacablement grammaire, implacablement mots croisés, implacablement signification, implacablement synonyme, implacablement dictionnaire de langue néerlandais, implacablement en néerlandais
Traductions
- impiété en néerlandais - goddeloosheid, oneerbiedigheid, ondeugd, zedeloosheid
- implacable en néerlandais - meedogenloos, aflatende, meedogenloze, niet aflatende
- implanta en néerlandais - geïmplanteerd, geïmplanteerde, ingeplant, ingebracht, implantatie
Mots aléatoires
Implacablement en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: onverbiddelijk, onverzoenlijk, onverzoenlijke, genadeloos, onverzettelijk
Traductions: onverbiddelijk, onverzoenlijk, onverzoenlijke, genadeloos, onverzettelijk