Imposons en néerlandais
Traduction: imposons, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
opdringen, forceren, opleggen, leggen, te leggen, stellen, op te leggen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): imposons
imposons antonymes, imposons grammaire, imposons la croissance, imposons mots croisés, imposons notre culture, imposons dictionnaire de langue néerlandais, imposons en néerlandais
Traductions
- imposez en néerlandais - forceren, opdringen, opleggen, leggen, te leggen, stellen, op te leggen
- imposition en néerlandais - belasten, aanslag, aanslaan, recht, belasting, belastingaanslag, belastingen, ...
- impossibilité en néerlandais - onmogelijkheid, onmogelijk, onmogelijkheid om, onmogelijk is, de onmogelijkheid
- impossible en néerlandais - onuitstaanbaar, onmogelijk, onbestaanbaar, uitgesloten, onmogelijk op, onmogelijk op een, onmogelijk is, ...
Mots aléatoires
Imposons en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: opdringen, forceren, opleggen, leggen, te leggen, stellen, op te leggen
Traductions: opdringen, forceren, opleggen, leggen, te leggen, stellen, op te leggen