Impudeur en néerlandais
Traduction: impudeur, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
schaamteloosheid, onbeschaamdheid, shamelessness, schaamteloos, alle beschamendheid
Autres langues
Mots associés / Définition (def): impudeur
impudeur antonymes, impudeur citation, impudeur des sentiments, impudeur en arabe, impudeur feminine, impudeur dictionnaire de langue néerlandais, impudeur en néerlandais
Traductions
- impudence en néerlandais - gedurfdheid, rancune, vrijpostigheid, haatdragendheid, hondsheid, vermetelheid, gal, ...
- impudent en néerlandais - onbeschaamd, bokkig, vrijpostig, onbeschoft, brutaal, schaamteloos, brutale, ...
- impudique en néerlandais - akelig, morsig, onbeschoft, onrein, snood, onbeschaamd, bokkig, ...
- impuissance en néerlandais - zwakheid, impotentie, onmacht, machteloosheid, onvermogen, van impotentie
Mots aléatoires
Impudeur en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: schaamteloosheid, onbeschaamdheid, shamelessness, schaamteloos, alle beschamendheid
Traductions: schaamteloosheid, onbeschaamdheid, shamelessness, schaamteloos, alle beschamendheid