Incendie en néerlandais
Traduction: incendie, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
vlammen, laaien, ontslaan, ontzetten, vlam, royeren, aanmaken, vuren, verlichten, schijn, ambitie, licht, vuurzee, glans, brand, aansteken, vuur, haard, fire
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): incendie
alarme, alarme incendie, formation incendie, france incendie, incendie antonymes, incendie dictionnaire de langue néerlandais, incendie en néerlandais
Traductions
- incassable en néerlandais - onbreekbaar, onbreekbare, onverbrekelijke, onverbrekelijk, unbreakable
- incendiaire en néerlandais - brandend, ontslaan, schieten, hartstochtelijk, brand, opwinding, ontzetten, ...
- incendier en néerlandais - helderheid, schijn, aanmaken, licht, aansteker, aansteken, ontsteken, ...
- incertain en néerlandais - glibberig, glad, twijfelachtig, dubieus, precair, ongrijpbaar, hachelijk, ...
Mots aléatoires
Incendie en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: vlammen, laaien, ontslaan, ontzetten, vlam, royeren, aanmaken, vuren, verlichten, schijn, ambitie, licht, vuurzee, glans, brand, aansteken, vuur, haard, fire
Traductions: vlammen, laaien, ontslaan, ontzetten, vlam, royeren, aanmaken, vuren, verlichten, schijn, ambitie, licht, vuurzee, glans, brand, aansteken, vuur, haard, fire