Infirmer en néerlandais
Traduction: infirmer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
herroeping, lens, ondermijnen, schrappen, vernielen, onbezet, ondergraven, ontploffen, exploderen, ontbinden, vernietiging, verwoesten, losbarsten, afzeggen, ledig, bekoelen, ontzenuwen, ongeldig, vervallen, vervalt, ongeldig maken
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): infirmer
affirmer quelque chose, confirmer, confirmer infirmer, confirmer ou infirmer, definition infirmer, infirmer dictionnaire de langue néerlandais, infirmer en néerlandais
Traductions
- infinitésimal en néerlandais - oneindig klein, oneindig, oneindig kleine, infinitesimale, infinitesimal
- infirme en néerlandais - kwaad, invalide, aftands, slecht, ziek, stapel, zwakjes, ...
- infirmerie en néerlandais - gasthuis, hospitaal, ziekenhuis, ziekenzaal, ziekenboeg, Infirmary, Verpleegdienst
- infirmier en néerlandais - ziekenverpleegster, verpleegster, ziekenzuster, verzorgen, verpleegkundige, nurse, verpleegsters, ...
Mots aléatoires
Infirmer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: herroeping, lens, ondermijnen, schrappen, vernielen, onbezet, ondergraven, ontploffen, exploderen, ontbinden, vernietiging, verwoesten, losbarsten, afzeggen, ledig, bekoelen, ontzenuwen, ongeldig, vervallen, vervalt, ongeldig maken
Traductions: herroeping, lens, ondermijnen, schrappen, vernielen, onbezet, ondergraven, ontploffen, exploderen, ontbinden, vernietiging, verwoesten, losbarsten, afzeggen, ledig, bekoelen, ontzenuwen, ongeldig, vervallen, vervalt, ongeldig maken