Infirmerie en néerlandais
Traduction: infirmerie, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
gasthuis, hospitaal, ziekenhuis, ziekenzaal, ziekenboeg, Infirmary, Verpleegdienst
Autres langues
Mots associés / Définition (def): infirmerie
infirmerie antonymes, infirmerie arsenal, infirmerie asm, infirmerie en anglais, infirmerie grammaire, infirmerie dictionnaire de langue néerlandais, infirmerie en néerlandais
Traductions
- infirme en néerlandais - kwaad, invalide, aftands, slecht, ziek, stapel, zwakjes, ...
- infirmer en néerlandais - herroeping, lens, ondermijnen, schrappen, vernielen, onbezet, ondergraven, ...
- infirmier en néerlandais - ziekenverpleegster, verpleegster, ziekenzuster, verzorgen, verpleegkundige, nurse, verpleegsters, ...
- infirmité en néerlandais - afwezigheid, behoefte, tekortkoming, gebrek, euvel, nood, tekort, ...
Mots aléatoires
Infirmerie en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: gasthuis, hospitaal, ziekenhuis, ziekenzaal, ziekenboeg, Infirmary, Verpleegdienst
Traductions: gasthuis, hospitaal, ziekenhuis, ziekenzaal, ziekenboeg, Infirmary, Verpleegdienst