Infirmier en néerlandais
Traduction: infirmier, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
ziekenverpleegster, verpleegster, ziekenzuster, verzorgen, verpleegkundige, nurse, verpleegsters, verpleger
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): infirmier
cabinet infirmier, concours, concours infirmier, concours infirmier 2012, concours infirmier 2013, infirmier dictionnaire de langue néerlandais, infirmier en néerlandais
Traductions
- infirmer en néerlandais - herroeping, lens, ondermijnen, schrappen, vernielen, onbezet, ondergraven, ...
- infirmerie en néerlandais - gasthuis, hospitaal, ziekenhuis, ziekenzaal, ziekenboeg, Infirmary, Verpleegdienst
- infirmité en néerlandais - afwezigheid, behoefte, tekortkoming, gebrek, euvel, nood, tekort, ...
- infirmière en néerlandais - ziekenverpleegster, verpleegster, verzorgen, ziekenzuster, verpleegkundige, nurse, verpleegsters, ...
Mots aléatoires
Infirmier en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: ziekenverpleegster, verpleegster, ziekenzuster, verzorgen, verpleegkundige, nurse, verpleegsters, verpleger
Traductions: ziekenverpleegster, verpleegster, ziekenzuster, verzorgen, verpleegkundige, nurse, verpleegsters, verpleger