Influa en néerlandais
Traduction: influa, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
had, hadden, moest, gehad, moesten
Autres langues
Mots associés / Définition (def): influa
banda influa, ele influa, influa antonymes, influa grammaire, influa mots croisés, influa dictionnaire de langue néerlandais, influa en néerlandais
Traductions
- inflexion en néerlandais - krombuigen, ombuigen, bukken, doorbuigen, verbuigen, bocht, buigen, ...
- infliger en néerlandais - forceren, opdringen, toebrengen, berokkenen, toe te brengen, aandoen, opleggen
- influant en néerlandais - invloed, die van invloed, beïnvloeden, van invloed, invloed zijn
Mots aléatoires
Influa en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: had, hadden, moest, gehad, moesten
Traductions: had, hadden, moest, gehad, moesten