Instiller en néerlandais
Traduction: instiller, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
inboezemen, druppelen, te druppelen, prenten, bijbrengen
Autres langues
Mots associés / Définition (def): instiller
instiller antonymes, instiller conjugaison, instiller dans l'oeil, instiller def, instiller en anglais, instiller dictionnaire de langue néerlandais, instiller en néerlandais
Traductions
- instigateur en néerlandais - medeplichtige, mededader, aanstichter, aanstoker, initiatiefnemer, instigator, aanzetter
- instigation en néerlandais - aansporing, prikkel, medeplichtigheid, aanbod, voorslag, bod, voorstel, ...
- instinct en néerlandais - drang, bevlieging, gril, nuk, aandrang, speling, bui, ...
- instinctif en néerlandais - onopzettelijk, ongewild, instinctief, instinctieve, gevoelsmatige, intuïtieve, instinctmatige
Mots aléatoires
Instiller en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: inboezemen, druppelen, te druppelen, prenten, bijbrengen
Traductions: inboezemen, druppelen, te druppelen, prenten, bijbrengen