Interloquer en néerlandais
Traduction: interloquer, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
dooreenhalen, verbluft, verrast, verbaasd, veld geslagen, aangeslagen
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): interloquer
interloquer antonymes, interloquer conjugaison, interloquer grammaire, interloquer mots croisés, interloquer signification, interloquer dictionnaire de langue néerlandais, interloquer en néerlandais
Traductions
- interlocuteur en néerlandais - spreker, gesprekspartner, gesprekspartner van, aanspreekpunt, onderhandelingspartner, gesprekspartners
- interlope en néerlandais - onderwereld, de onderwereld, onderwereld van
- interlude en néerlandais - intermezzo, tussenspel, Interlude, onderbreking, interludium
- interminable en néerlandais - eeuwig, eindeloos, oneindig, voortdurend, onophoudelijk, eindeloze, eindloze, ...
Mots aléatoires
Interloquer en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: dooreenhalen, verbluft, verrast, verbaasd, veld geslagen, aangeslagen
Traductions: dooreenhalen, verbluft, verrast, verbaasd, veld geslagen, aangeslagen