Interroger en néerlandais

Traduction: interroger, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
proef, vragen, vernemen, vraagstuk, rekenen, onderzoek, onderzoeken, aantreffen, toehoren, nagaan, opzoeken, uitzoeken, vorsen, beproeven, examen, ondervragen, vraag, kwestie, betrokken, vraag aan
Interroger en néerlandais
Mots associés
Autres langues

Mots associés / Définition (def): interroger

interroger antonymes, interroger au passé simple, interroger en anglais, interroger en espagnol, interroger grammaire, interroger dictionnaire de langue néerlandais, interroger en néerlandais

Traductions

  • interrogent en néerlandais - ondervragen, uitvragen, uithoren, overhoren, vraag, kwestie, betrokken, ...
  • interrogeons en néerlandais - uithoren, ondervragen, uitvragen, overhoren, wonder, zich afvragen, benieuwd zijn, ...
  • interrogez en néerlandais - overhoren, uitvragen, uithoren, ondervragen, vragen, vraag, stellen, ...
Mots aléatoires
Interroger en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: proef, vragen, vernemen, vraagstuk, rekenen, onderzoek, onderzoeken, aantreffen, toehoren, nagaan, opzoeken, uitzoeken, vorsen, beproeven, examen, ondervragen, vraag, kwestie, betrokken, vraag aan