Introduire en néerlandais
Traduction: introduire, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
ingaan, introduceren, toegeven, binnengaan, inzetten, beginner, aantonen, wijzen, gift, indoen, neerleggen, zetten, tentoonspreiden, present, actueel, toekennen, voorstellen, voeren, te voeren, te introduceren
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): introduire
introduire antonymes, introduire citation, introduire conjugaison, introduire en anglais, introduire grammaire, introduire dictionnaire de langue néerlandais, introduire en néerlandais
Traductions
- introductif en néerlandais - voorspel, mond, gat, inaugureel, voorafgaand, initiatief, opening, ...
- introduction en néerlandais - voorrede, entree, besturen, geleiden, voorbericht, vademecum, introductie, ...
- introduis en néerlandais - spelen, invoeren, introduceren, vertonen, indienen, presenteren, aanbieden, ...
- introduisant en néerlandais - introduceren, invoering, het introduceren van, invoering van, de invoering
Mots aléatoires
Introduire en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: ingaan, introduceren, toegeven, binnengaan, inzetten, beginner, aantonen, wijzen, gift, indoen, neerleggen, zetten, tentoonspreiden, present, actueel, toekennen, voorstellen, voeren, te voeren, te introduceren
Traductions: ingaan, introduceren, toegeven, binnengaan, inzetten, beginner, aantonen, wijzen, gift, indoen, neerleggen, zetten, tentoonspreiden, present, actueel, toekennen, voorstellen, voeren, te voeren, te introduceren