Investiture en néerlandais
Traduction: investiture, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
aanstelling, benoeming, afspraak, investituur, inhuldiging, de investituur, investituurstrijd, de inhuldiging
Autres langues
Mots associés / Définition (def): investiture
discours investiture, définition investiture, investiture 2012, investiture antonymes, investiture bouteflika, investiture dictionnaire de langue néerlandais, investiture en néerlandais
Traductions
- investissons en néerlandais - beleggen, inhuldigen, investeren, te investeren, het investeren, investeringen
- investit en néerlandais - investeren, beleggen, te investeren, het investeren, investeringen
- invincible en néerlandais - onoverwinnelijk, onoverwinnelijke, onverslaanbaar, onkwetsbaar
Mots aléatoires
Investiture en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: aanstelling, benoeming, afspraak, investituur, inhuldiging, de investituur, investituurstrijd, de inhuldiging
Traductions: aanstelling, benoeming, afspraak, investituur, inhuldiging, de investituur, investituurstrijd, de inhuldiging