Irritabilité en néerlandais
Traduction: irritabilité, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
prikkelbaarheid, geïrriteerdheid, irritatie, geprikkeldheid, irriteerbaarheid
Autres langues
Mots associés / Définition (def): irritabilité
fatigue irritabilité, grossesse irritabilité, irritabilité antonymes, irritabilité avant accouchement, irritabilité chronique, irritabilité dictionnaire de langue néerlandais, irritabilité en néerlandais
Traductions
- irriguer en néerlandais - sproeien, pies, besproeien, begieten, wateren, bevochtigen, gieten, ...
- irrita en néerlandais - geïrriteerde, geïrriteerd, de geïrriteerde, irritatie, geërgerd
- irritable en néerlandais - receptief, lichtgeraakt, slechtgehumeurd, aalwaardig, zenuwachtig, kregel, balorig, ...
Mots aléatoires
Irritabilité en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: prikkelbaarheid, geïrriteerdheid, irritatie, geprikkeldheid, irriteerbaarheid
Traductions: prikkelbaarheid, geïrriteerdheid, irritatie, geprikkeldheid, irriteerbaarheid