Isole en néerlandais - Traduction / Dictionnaire français

Traduction: isole, Dictionnaire: français » néerlandais

Langue de départ:

français

Langue d'arrivée:

néerlandais

Traductions:

isolaten, de isolaten, van isolaten

Autres langues

Mots associés / Définition (def): isole

aide parent isole, allocation parent isole, caf parent isole, isole antonymes, isole borromee, isole dictionnaire de langue néerlandais, isole en néerlandais

Traductions

isolateur en néerlandais - isolator, isolatie, isolerende, isolatiemateriaal
isolation en néerlandais - isolatie, isolering, detachement, team, afdeling, isolatiemateriaal, isolerende, ...
isolement en néerlandais - isolering, isolatie, eenzaamheid, geïsoleerd, isoleren
isolent en néerlandais - afzonderen, isoleren, te isoleren, isoleer, geïsoleerd, isoleren van

Mots aléatoires