Jaillir en néerlandais
Traduction: jaillir, Dictionnaire: français » néerlandais
Langue de départ:
français
Langue d'arrivée:
néerlandais
Traductions:
kabbelen, sproeien, welnu, stuiven, sprong, put, bron, spuiten, plassen, klapperen, wel, goed, uitspuiten, opspatten, verspuiten, klotsen, schieten, neerschieten, schiet, te schieten, shoot
Mots associés
Autres langues
Mots associés / Définition (def): jaillir
jaillir antonymes, jaillir au futur simple, jaillir au passé simple, jaillir au présent, jaillir conditionnel, jaillir dictionnaire de langue néerlandais, jaillir en néerlandais
Traductions
- jadis en néerlandais - toen, gewezen, verleden, indertijd, daarvoor, eens, terwijl, ...
- jaguar en néerlandais - luipaard, panter, van Jaguar, de jaguar
- jaillissement en néerlandais - stuiven, uitspuiten, opspatten, verspuiten, sproeien, spuiten, onbeheerst, ...
- jais en néerlandais - jet, straal, straalvliegtuig, straalvliegtuigen
Mots aléatoires
Jaillir en néerlandais - Dictionnaire: français » néerlandais
Traductions: kabbelen, sproeien, welnu, stuiven, sprong, put, bron, spuiten, plassen, klapperen, wel, goed, uitspuiten, opspatten, verspuiten, klotsen, schieten, neerschieten, schiet, te schieten, shoot
Traductions: kabbelen, sproeien, welnu, stuiven, sprong, put, bron, spuiten, plassen, klapperen, wel, goed, uitspuiten, opspatten, verspuiten, klotsen, schieten, neerschieten, schiet, te schieten, shoot